De begraafplaats ligt op een deel van een oude ravelijn, onderdeel van de voormalige vestingwerken van Ravenstein. Het ravelijn is in handen van de Protestantse gemeente Ravenstein.
Lokaal is de plek bekend als het bolwerk buiten de grachten.
In 1861 werd het ravelijn door predikant Hanewinckel bij testament beschikbaar gesteld aan de Hervormde gemeente om er een begraafplaats aan te leggen. Het vruchtgebruik werd bij de dochters van de predikant gelegd, maar deze deden daar in 1873 afstand van tegen een jaarlijkse lijfrente.
In 1862 kreeg de Hervormde gemeente toestemming het legaat te aanvaarden. Er werd een kleine rechthoekige begraafplaats ingericht waar in 1865 voor het eerst werd begraven. Het perceel is noord-oost/zuid-west georiënteerd. Rondom de begraafplaats werd een greppel of ondiepe sloot gegraven en de rand werd beplant met een beukenhaag (geheel conform de regels uit 1829).
In de 140 jaren dat de begraafplaats nu gebruikt wordt, zijn hier enkele honderden stoffelijke overschotten begraven.Het toegangshek ligt langs het Pollekespad dat in de jaren zestig door de gemeente werd aangelegd.
Door afstand te doen van een strook grond kon een toegangspad worden gemaakt voor de nieuwbouwwijk buiten de stad Ravenstein.
In ruil voor de strook grond heeft de gemeente het onderhoud op zich genomen van de beukenhaag langs het pad. De rest van het ravelijn wordt gebruikt voor volkstuinen.
Er staan enkele fruitbomen en nog enkele grotere bomen.
Een grote beuk op de zuidelijke punt van de begraafplaats, aan de waterrand, geeft een fraai beeld voor de hele omgeving.
Door de wortels van deze beuk is een deel van de begraafplaats niet bruikbaar.
Via de toegang loopt een smal pad naar de begraafplaats zelf. Hier staan nog 24 grafmonumenten in uiteenlopende vormen en stijlen. Het grootste monument is van de familie Quack dat dateert uit 1902. Verder liggen er ook enkele moderne grafmonumenten waaronder een van de kunstenaar Huub Kortekaas.
De begraafplaats is symmetrisch opgezet met een grindpad dat in het midden uitloopt op een rotonde.
Achter de rotonde staat een klein lijkenhuisje dat vermoedelijk uit de laatste kwart van de 19e eeuw dateert.
De begraafplaats is nog steeds in gebruik. Gemiddeld vind er eens in de twee jaar een begrafenis plaats.
Er zijn nog zeven grafruimten vrij. Daarnaast kunnen in een aantal graven nog bijzettingen plaatsvinden.
De grafrechten zijn redelijk in kaart gebracht en er vinden nog steeds verlengingen plaats.
Ten aanzien van nieuw te plaatsen grafmonumenten kan het college van kerkrentmeesters nadere regels vaststellen, aldus artikel 18, lid 3, sub a.
Verder wordt voorzien in instandhouding van waardevolle historische graven en grafmonumenten.
De begraafplaats verkeert in een goede staat van onderhoud.
De gebruikers van de volkstuintjes doen het onderhoud op de begraafplaats.
Het lijkenhuisje staat er momenteel redelijk bij, maar heeft in de toekomst wel een onderhoudsbehoefte.
De begraafplaats staat op de monumentenlijst onder nr.32370 met omschrijving: ”Kerkhof, gelegen op de overblijfselen van de vroegere vesting”